De relatie tussen de woningmarkt en duurzaamheid is klip en klaar. Om de volgende generatie dezelfde mogelijkheden te geven die wij hebben, moeten nieuwe gebouwen energiezuinig zijn en bestaande gebouwen worden verduurzaamd. De rol van de bewoner mag hierbij niet over het hoofd worden gezien. Sterker nog: zet zijn belang voorop en de verduurzaming gaat als vanzelf. Dat zegt Birgit Dulski, senior researcher sustainable building van de Nyenrode Business Universiteit en senior consultant bij het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE).
Birgit Dulski heeft architectuur en stedenbouw gestudeerd aan de Technische Universität Kaiserslautern, de TU Hamburg-Harburg en de TU Delft. Sinds 2008 werkt ze bij Nyenrode. Hier behoort Dulski tot de hechte groep personen die samen het ‘bouwteam’ van het Center for Entrepeneurship en Stewardship vormen. Volgens deze groep draait duurzaamheid vooral om belangen van de mens. “Van de overbekende drie P’s van de trias energetica ging het en gaat het in de bouw nog vaak om de P van planet of om wat financieel haalbaar is (profit). Wat ons betreft moet je juist bij de P van people beginnen. Achterhaal eerst de belangen van mensen, kijk vervolgens hoe je deze op een duurzame manier behartigt, met respect voor de planeet. De winstgevendheid komt dan vanzelf.”
Dulski noemt Apple als voorbeeld. “Jongeren hebben weinig geld, maar willen wel allemaal de nieuwste iPhone. Omdat hun belang hierbij enorm is, gaan ze vanzelf op zoek naar manieren om dit voor elkaar te krijgen: een bijbaantje, verjaardagsgeld opzij leggen. Als wij met duurzaamheid ook in staat zijn effectief aan te sluiten op de wensen van mensen, dan volgt het businessmodel vanzelf.”
Meerwaarde bieden
Het moment waarop duurzaamheid leidend is in het keuzeproces is momenteel nog (lang) niet bereikt. Dat beseft Dulski ook. “Niemand koopt een huis omdat er een warmtepomp in zit. Mensen willen gewoon prettig wonen. Zelf woon ik in de ecologische woonwijk EVA Lanxmeer in Culemborg. Toch hebben wij ons huis niet gekocht vanwege de goede isolatie of de warmtepomp, maar omdat het een kindvriendelijke wijk is met een goede sfeer en prima bereikbaarheid.”
Je zult bewoners een duidelijke meerwaarde moeten bieden die aansluit bij hun belangen in ruil voor de verduurzaming van hun woning, zegt Dulski. Ze noemt een onderzoek naar de verduurzaming van woonblokken in de Amsterdamse 19e Eeuwse Ring en de Gordel 20-40 als voorbeeld. “Het ging hier om de verduurzaming van een aantal woonblokken in het bezit van verschillende corporaties. Voor hun plannen was toestemming nodig van 70% van de huurders. Op papier zou dit geen probleem moeten zijn; bewoners krijgen er een lagere energierekening en comfortabelere woning voor terug. Maar in de praktijk liep het anders. Omdat het hier om een beeldbepalende gebouwen ging, moest de renovatie intern plaatsvinden en dat betekent natuurlijk overlast.” Alleen verduurzamen was niet belangrijk genoeg om die drempel te slechten. “Om bewoners toch over de streep te trekken, hebben de corporaties gekeken naar hun belang. In dit specifieke geval bleek dat de woningen vooral te klein werden gevonden. Om hun wooncomfort te verhogen, werd daarom verduurzaming gecombineerd met het vergroten van de woonruimte, bijvoorbeeld door woningen samen te voegen of door aan de achterkant een dakopbouw te maken.”
Leer te luisteren
Dulski raadt bedrijven aan om beter te luisteren naar bewoners. “De eerste stap is onderkennen dat je deze belangen zonder onderzoek simpelweg niet kent. Ik heb bijvoorbeeld meegewerkt aan een renovatieproject van corporatiewoningen in tuindorp Vreewijk in Rotterdam. De verhuurders overwogen hier onder andere op de vergrijzing in te spelen door een aantal seniorenwoningen neer te zetten. Ze dachten hiermee het belang van de bewoners te behartigen. Deze hadden, mede om het karakter van hun wijk te beschermen, echter stuk voor stuk andere wensen. Ze wilden wel hulp van de verhuurder om hun eigen woningen levensloopbestendig te maken, bijvoorbeeld door het faciliteren van collectieve inhuur van trapliften. Luister daarom altijd naar wat mensen willen, waarom en kijk vervolgens hoe je dit duurzaam kunt doen. Je krijgt woningeigenaren niet gemotiveerd als je niet aan hun belangen tegemoetkomt, dan gaan ze op de rem staan.”
Behoefte aan een consistent beleid
Volgens Dulski zijn er ook veranderingen op beleidsniveau nodig. De in Duitsland geboren onderzoekster kijkt hierbij met een schuin naar haar vaderland. “In Nederland wordt vaak met kortlopende regelingen en beperkte budgetten gewerkt. Het is voor mensen niet alleen lastig hun plannen op dit vluchtige beleid af te stemmen, het remt ze zelfs af. Waarom nu investeren, als er volgend jaar wellicht weer een subsidie komt? In Duitsland heb je de zekerheid dat een bepaalde regeling er morgen ook nog is. Dat verlaagt de investeringsdrempel.” Den Haag zou daarom een langlopend, consistent beleid moeten voeren, stelt Dulski. “Dit hoeven overigens geen subsidies te zijn, leningen met een lage rente zijn misschien zelfs beter. Daarnaast mogen de beleidskaders duidelijker. Ik heb meegemaakt dat iemand subsidie aanvroeg voor zonnepanelen op het dak van zijn monumentale pand en deze ook kreeg, om vervolgens teruggefloten te worden door monumentenzorg. Dat zorgt voor verwarring. Vertel daarom altijd waarom iets wel of niet kan en zorg ook dat consumenten die informatie kunnen vinden.”
Voorzien in de informatiebehoefte bij consumenten biedt het bedrijfsleven grote kansen, aldus Dulski. “Consumenten kunnen dankzij internet tegenwoordig zelf heel snel een zee aan informatie vinden over het verduurzamen van hun woning. Maar ze zijn hierbij nog lang niet in staat om het kaf van het koren te scheiden. Welke informatie is betrouwbaar en past bij hun specifieke woonsituatie? Er is behoefte aan partijen die al deze informatie kunnen duiden. Hier ligt zeker voor de bouw een kans: verkoop je een duurzaam product of bied je een duurzame dienst aan? Geef dan duidelijk aan waar jouw informatie op gebaseerd is en vertel ook hoe consumenten jouw onderbouwing kunnen controleren. Hoe beter je dit doet, hoe groter de kans is dat je wordt uitgekozen.”
Continu proces
Dulski merkt dat er vanuit het bedrijfsleven en vanuit de bouwkolom langzaamaan steeds meer rekening wordt gehouden met de wensen van bewoners en dat thema’s als gezondheid en binnenmilieu een stevige plek op de agenda krijgen. Ze waarschuwt bedrijven ten slotte wel dat dit niet eenmalig is, maar een continu proces. “De wensen van bewoners blijven immers veranderen. De komende jaren zie ik de locatie bij woningkeuze bijvoorbeeld steeds belangrijker worden. De trek richting de stad zal bovendien aanhouden.” En op het vlak van duurzaamheid? “Er is een kleine groep die dit vanuit idealisme doet en die groep zal wel wat toenemen. Maar de meeste bewoners willen simpelweg dat hun belangen behartigd worden. Als dat duurzaam kan, is dat mooi meegenomen. We moeten daarom als sector blijven zoeken naar manieren waarop we duurzaamheid verweven in die belangen.”
Dit artikel is eerder verschenen in het daglichtmagazine VELUX Highlights.