Op het voormalige terrein van het St. Joannes de Deo Gasthuis in Haarlem wordt momenteel de laatste hand gelegd aan de nieuwe woonbuurt Deo Neo. Waar ooit een ziekenhuis stond, prijken straks 182 woningen in een aantrekkelijke, groene en autoluwe binnenstedelijke omgeving. De nieuwe wijk verbindt de omringende buurten met elkaar, maar heeft dankzij de eigentijdse architectuur en het materiaalgebruik ook een unieke, eigen identiteit.
Toen de broeders van het Heilige Hart aan het einde van de 19e eeuw hun St. Joannes de Deo Gasthuis lieten bouwen, kozen ze bewust voor een plek buiten de ontluikende stad Haarlem. Hier was er genoeg ruimte voor hun moestuin en konden de zieken en zwakken die zij verpleegden in alle rust herstellen. In de loop der jaren zijn zowel het gasthuis als de stad echter flink gegroeid tot het punt dat de stad het ziekenhuis volledig omsloot en het ziekenhuis een obstakel werd voor de omliggende straten.
Complexe samenhang van belangen
Na de verhuizing van het ziekenhuis naar een nieuwe locatie was herontwikkeling dan ook een logische stap. De tender hiervoor werd in 1999 gewonnen door het bureau van architect Dana Ponec. Ze vertelt: “Aan de ene kant van het terrein ligt de Frans Halsbuurt, een laat negentiende-eeuwse arbeiderswijk met voornamelijk kleine rijtjeswoningen, en aan de andere kant de statige Kleverparkbuurt uit het begin van de twintigste eeuw. Hier tussenin ligt, als een eiland, het oude ziekenhuisterrein. Ons stedenbouwkundige plan draaide daarom om het teruggeven van het geïsoleerde ziekenhuisterrein aan de buurt, het opheffen van de fysieke barrière en het creëren van een eigen identiteit voor de nieuwe wijk.”
Deo-kleed
De Frans Halsbuurt en de Kleverparkbuurt zijn aan elkaar gekoppeld door nieuwe oost-westverbindingen over het terrein. Hier zijn van het zuiden naar het noorden enkele straten overheen gelegd. Om te voorkomen dat dit tot een saaie blokkenbuurt leidt, heeft Ponec dit raster een ‘tikje’ gegeven. “De straten zijn nu direct georiënteerd op ankerpunten in de omgeving, zoals het oude hoofdgebouw van het ziekenhuis, de naastgelegen voormalige Heilig Hartkerk en de twee centrale pleinen.”
Om bij te dragen aan de eigen identiteit van Deo Neo is er door landschapsarchitect Simon Sprietsma een ‘deo-kleed’ over de wijk gelegd. Ponec: “Dit bestaat uit een gebakken klinker gelegd in visgraat- en keperverband. Deze klinker wordt niet alleen in straten en pleinen, maar ook in de tuinmuurtjes toegepast, en creëert zo een overgang van het openbare erf naar het privédomein.”
Spelen met de schaal
Het hart van Deo Neo wordt gevormd door twee appartementengebouwen met 74 huurwoningen in het middensegment en vrije sector, en twee bedrijfseenheden, gelegen aan de twee centrale pleinen. Deze zijn in schaal met de kerk en het overgebleven gasthuis en vormen samen als het ware een skyline. “Aan de randen van de woonwijk staan grondgebonden woningen die in schaal juist aansluiten op de omringende buurten. Kleinere huizen met twee lagen aan de kant van de Frans Halsbuurt en grotere eengezinswoningen met een individueler karakter die de overgang naar de Kleverparkbuurt markeren.” Om voor een soepele overgang te zorgen tussen het hoge hart en de lagere bebouwing aan de rand, zijn hier tussenin geschakelde twee-onder-één-kapwoningen neergezet met schuine daken. De twee centrale gebouwen en de woningen aan de randen zijn ontworpen door het architectenbureau Studioninedots. Het bureau van Dana Ponec tekende voor de gebouwen aan de binnenring.
Eigen identiteit
Niet alleen qua schaal maar ook wat betreft de vermaterialisering is er gezocht naar manieren om de woningen te laten passen bij de bestaande omgeving en toch een eigen identiteit te geven. “Dit is een negentiende-eeuwse wijk met stevig metselwerk en veel kappen. Dat vormde de basis. De woningen zijn daarom allemaal opgetrokken uit traditionele bakstenen in aardetinten, met staande, lichte kozijnen en schuine daken. Toch verschillen ze van elkaar: de breedte verschilt, de raamindelingen zijn steeds net wat anders en soms staffelt de rooilijn. De vermaterialisering was van groot belang om de juiste eenheid in verscheidenheid te krijgen waarnaar Ponec op zoek was. “We wilden niet alles in één baksteen, maar zochten een familie. Om aansluiting te zoeken bij de sfeer van de omringende straten wilden we bovendien handvormstenen gebruiken. We kwamen hierdoor al snel uit bij Wienerberger en zij hebben ons bij deze zoektocht uitstekend ondersteund.”
Speciale Deo Neo-steen
Deze samenwerking heeft onder andere geleid tot de ontwikkeling van een Deo Neo-steen. Deze is toegepast in de twee centrale gebouwen en de grondgebonden woningen aan de rand van het project. Albert Herder, oprichter van Studioninedots, legt uit: “Ik was op zoek naar een bijzonder element in zowel de grondgebonden woningen als in de appartementen om meer samenhang in het plan te realiseren. Hierbij viel mijn oog op een ornament op een prent van het oude hoofdgebouw. Dit motief hebben we in samenwerking met Wienerberger verwerkt als frog in de baksteen. Deze zijn gebruikt in de gevels van de grondgebonden woningen en de twee centrale gebouwen.”
Invloed van de recessie
Ondanks de recessie is het project vlot verlopen. Ponec: “We zijn met de bouw van Deo Neo begonnen in 2009, het slechtste jaar denkbaar. Gelukkig werden de twee centrale gebouwen vrij snel verkocht aan Bouwinvest en ook gebouwd. Daarmee was de parkeergelegenheid voor de woningen geschapen en konden potentiële bewoners al gelijk zien welke impact de gestapelde gebouwen op de buurt hebben. Dat nam een hoop zorgen weg.” Dankzij de gefaseerde bouw konden ze ook profiteren van voortschrijdend inzicht. “Ik geloof dat je een ontwerp zo lang mogelijk vloeibaar moet houden, want zo is het leven zelf ook. Doordat Deo Neo nu gefaseerd is gebouwd, ook al duurde dit maar een paar jaar, merk je dat er veranderingen in de maatschappij optreden die invloed op het ontwerp uitoefenen. Zo hadden kopers bijvoorbeeld veel meer mogelijkheden om hun stem over hoe hun woning eruit moet zien te laten gelden. Hierdoor is het uiteindelijke resultaat nog beter afgestemd op de wensen van de gebruiker. En daar doen wij het uiteindelijk natuurlijk voor.”
Dit artikel is eerder verschenen in Wienerberger Vision, het inspiratiemagazine over keramisch bouwen van Wienerberger.