Energiebesparing in bestaande woningen is een belangrijk en breed gedragen doel voor de komende jaren. Het blijkt echter nog altijd lastig om de noodzakelijke beweging te creëren bij Nederlandse huishoudens. BouwKennis onderzocht welke redenen huishoudens hebben om de hand op de knip te houden en wanneer ze wel kiezen voor verduurzaming.
Nederland telt zo’n 7 miljoen woningen. Hiervan is ruim 60% voor 1981 neergezet, komt iets meer dan 15% uit de bouwperiode 1981–1990 en 12% uit 1991–2000. Grofweg 10% is van na 2000. Vooral in woningen neergezet voor pakweg 1980 is nog veel ruimte voor verduurzaming. Ongeveer een kwart van het landelijk energieverbruik stroomt hier weg. Het verduurzamen van de huidige woningvoorraad is echter niet eenvoudig. In de corporatiesector is inmiddels een slag geslagen, maar het lukt maar niet om de huizenbezitter in beweging te krijgen. Met ruim 4 miljoen woningen in particulier bezit is dit een groot obstakel.
Bereidheid om energie te besparen
Bewoners die energie willen besparen hebben hiervoor twee methoden: ze kunnen hun gedrag aanpassen of de woning zelf. De bereidheid om het gedrag aan te passen is aanzienlijk. Zo wil ruim vier op de tien de lampen minder laten branden. Ook apparaten niet op stand-by laten staan en deuren gesloten houden zijn populair. Het grootste obstakel hierbij is echter dat deze maatregelen inbreuk maken op het comfort en gedrag van mensen. Deze goede voornemens worden dan ook vaak even volgehouden, maar later weer afgezwakt.
Een financiële investering is vaak efficiënter, maar stuit vanzelfsprekend ook op bezwaren. De helft van de ondervraagde huishoudens is komende twee jaar niet van plan geld te investeren in de energiezuinigheid van hun woning, terwijl drie op de tien het niet weet. Uitgesplitst betekent dit dat 12% van de huurders en 24% van de huizenbezitters de woning wil vergroenen. Gemiddeld zijn ze van plan hiervoor € 1.307,50 uit te geven. Woningbezitters lopen ver voor op huurders: € 1.553,70 versus € 290,80. Toch geeft ook het merendeel van de woningeigenaren aan niet meer dan € 2.000 te willen investeren.
Veel huishoudens hebben al energiezuinige woning
Grofweg de helft van de huishoudens is niet bereid de komende twee jaar te investeren in energiezuinige maatregelen. Vaak geven zij hiervoor als reden op dat ze al een zeer energiezuinige woning hebben door verschillende aanpassingen (42%). Opvallenderwijs heeft het bouwjaar van de woning vrij weinig invloed op deze uitkomst. Grofweg een kwart van de huishoudens zou wellicht wel willen investeren, maar heeft hiervoor geen geld, terwijl eenvijfde de terugverdientijd te lang vindt of niet kent. Slechts 5% van de huishoudens die niet wil investeren ziet het nut niet in van energiezuinige maatregelen.
Verduurzaming staat nooit op zichzelf
Huishoudens die wél aangaven de komende twee jaar te zullen investeren in energiezuinige maatregelen doen dit vooral vanwege het verlagen van de energiekosten (80%). Nog eens 55% wil zuiniger omgaan met energie. Ruim eenderde van de huishoudens wil het comfort van de woning verhogen. Opvallend is dat een verduurzaming van de woning vrijwel nooit op zichzelf staat. Van de consumenten die de komende twee jaar geld in de woning willen investeren, doet 26% dit voor onderhoud, woningverbetering en duurzaamheid samen. 32% investeert in woningonderhoud en verbetering en 26% alleen in onderhoud. Gemiddeld 6% steekt geld in onderhoud en duurzaamheid samen en slechts 3% alleen in duurzaamheid.
Werk genoeg voor de sector
Veel huishoudens willen hun gedrag aanpassen om energie te besparen. Een deel is daarnaast bereid geld te steken in energiezuinige maatregelen. Als dit daadwerkelijk gebeurt, is de markt voor duurzame toepassingen enorm. Nederland telt ruim 4 miljoen huishoudens met een koopwoning. Investeert een kwart hiervan € 1.300, dan ligt er al een bedrag van ruim € 5 miljard op tafel. Meer dan de helft van de huishoudens die niet gaan investeren in verduurzaming, zegt daarnaast al in een energiezuinig huis te wonen door maatregelen uit het verleden of doordat hun woning zuinig was toen ze hem betrokken.
Desondanks blijft er nog genoeg werk over. Het bedrag dat consumenten momenteel beschikbaar hebben is bij lange na niet genoeg om woningen veel zuiniger te maken. Vooral bij oudere woningen zal dit een grotere investering vragen. Daarnaast zeggen veel woonconsumenten niet te zullen investeren omdat ze hiervoor niet genoeg geld beschikbaar hebben of omdat ze de terugverdientijd te lang vinden of onduidelijk. Eén op de tien woningbezitters vindt het bovendien te moeilijk of kan het zelf niet.
Consument in beweging brengen
Om ook deze groep in beweging te krijgen, is het voor de bouw zaak om nog duidelijker te benadrukken welke winst huishoudens kunnen boeken door hun woning te verduurzamen. Veel bewoners weten niet hoeveel energie zij verbruiken en wat de gevolgen daarvan zijn voor het milieu of hun energierekening. Voor een permanente gedragsverandering is dit inzicht onmisbaar.
De beste argumenten zijn dat een energiezuinigere woning meer wooncomfort biedt en minder energiekosten. Dit zijn immers de belangrijkste redenen voor consumenten om de woning te verduurzamen. Vooral laatstgenoemde reden zal de komende jaren belangrijker worden. Het energieverbruik in woningen vormt nu al een flinke aanslag op de portemonnee van veel bewoners. Dit geldt met name voor de mensen met de laagste inkomens die meestal in het slechtste deel van de woningvoorraad wonen.
Inzichtelijk maken
In de communicatie zal de nadruk daarnaast moeten liggen op het inzichtelijk maken van de terugverdientijd en de aanschafkosten. Consumenten hebben hiervan nog te weinig kennis. Er wordt daarnaast wel veel geschreven over energiebesparingsmogelijkheden, maar er is weinig informatie beschikbaar in overzichtelijke ‘brokken’ of over combinaties van maatregelen. Eigenaar-bewoners weten daardoor vaak niet hoe ze zinvolle en rendabele maatregelen met een goede prijs-kwaliteitverhouding kunnen uitvoeren.
Naast informeren is er wellicht ook ruimte voor financiële constructies. Welke mogelijkheden bieden de ESCO’s die momenteel opkomen in de vastgoedmarkt bijvoorbeeld? Kan dit het gebrek aan geld bij consumenten ondervangen en de orderportefeuilles vullen? Ten slotte zijn er nog te weinig kant-en-klaarproducten en -diensten voor de specifieke vraag van verschillende doelgroepen. Als een woningeigenaar eindelijk bereid is te investeren in een groene woning, waar kan hij dan aankloppen voor producten, advies en installatie? Totaalconcepten kunnen de woningeigenaar ‘ontzorgen’. Samen met een betere informatievoorziening en financieel inzicht kan dit consumenten over de streep trekken.
De headerfoto ‘Zonnepanelen op het dak van Fam. Kock in Diemen Noord‘ valt onder het copyright van Evert Kuiken.